ARTIKEL PARAVISIE:
'MIJN VADER ZORGT VOOR MIJN OVERLEDEN DOCHTERTJES'

Paravisie, juni 2019

Dat de liefde tussen een ouder en een kind grenzeloos groot kan zijn, weet de 31-jarige Renée Brouwer uit Hoofddorp maar al te goed. Als haar destijds 57-jarige vader in 2012 aan een ongeneesbare ziekte overlijdt, voelt ze zijn aanwezigheid regelmatig. En dat gevoel werd sinds vorig jaar nog eens extra gesterkt toen ze op zeer dramatische wijze ook haar tweelingdochters Joëlle en Féliz verloor…


‘Ik zal het nooit vergeten: het moment dat ik zeven jaar geleden samen met mijn vader in het ziekenhuis een broodje zat te eten. Het was een week voor zijn overlijden en hij had net te horen gekregen dat hij uitbehandeld was. Hoelang het nog precies zou duren, konden de artsen helaas niet zeggen, maar dat ze niks meer voor hem konden doen, was overduidelijk. Hij zou binnen korte tijd gaan overlijden, op slechts 57-jarige leeftijd.

Daar zaten we dan. Hij een hamburger, ik een broodje kaas. Terwijl we zwijgend aten, belandden onze tranen op onze bordjes. Wat moest ik zeggen? Wat kon ik zeggen? Volgens mijn vader was er niks na de dood, alleen maar zwart. Kon ik hem maar laten zien hoe ik het voor me zag. Door alle boeken van onder andere Michael Newton en Brian Weiss die ik in de loop der jaren over het leven na de dood gelezen had, had ik voor mezelf een aardig beeld gecreëerd hoe het er na ons overlijden uit zal komen te zien.

Zo ben ik ervan overtuigd dat je als ziel altijd met veel liefde en warmte wordt ‘opgewacht’ door andere dierbaren. Vaak is het je gids die je met alle geduld en liefde naar ‘boven’ begeleidt en ook daar goed voor je zorgt. Vervolgens krijg je net zoveel tijd die je nodig hebt om te acclimatiseren en al de aardse ongemakken zoals ziekten van je af te laten glijden. En pas als je dan weer helemaal gewend bent aan je ‘echte’ thuis, is het tijd om terug te kijken. Terugkijken naar het leven dat je geleid hebt. Wat heb je geleerd? Wat ging er goed? Wat kan beter?

Precies dit wilde ik allemaal zeggen tegen mijn vader, maar ik durfde het niet. Want wat had hij er verder aan? Het was wat ik geloofde. Ik kon hem niet de zekerheid geven dat het ook echt zo was. En dus at ik rustig verder, totdat mijn onderbewustzijn het plotseling overnam en ik eruit floepte: “Ben je eigenlijk nog steeds bang om dood te gaan?” Met zijn mooie helderblauwe ogen keek hij me aan en hij glimlachte. “Nee”, antwoordde hij. “Maar ik vind het wel erg jammer dat ik je kindje niet ga zien…” Ik knikte en slikte mijn tranen snel weg. “Ik ook”, zei ik. “Maar je ziet hem of haar wel. Als je daar bent…”

Even buurten

Een maand later bleek ik zwanger te zijn van onze oudste zoon. Al meer dan een jaar hadden we het geprobeerd, juist omdat ik mijn vader zo graag het goede nieuws wilde vertellen. Maar toen overleed hij en het kan niet anders dan dat hij onze zoon het juiste duwtje in de rug heeft gegeven.

Sindsdien heb ik zijn aanwezigheid vaak gevoeld. Ik droomde elke nacht over hem en ook toen ik een paar jaar daarna opnieuw zwanger was van onze tweede zoon, wist ik gewoon dat hij af en toe kwam buurten. Onze oudste zoon gierde het bijvoorbeeld vaak uit van plezier als hij alleen in zijn kamertje was. En toen hij begon met praten, zei hij vaak: “Ikke baas…”. Iets wat mijn vader altijd tegen mijn neefjes zei toen hij nog leefde. “Wie is de baas? Ikke ben de baas!”

Verlies tweelingdochters

Hoewel ik ervan overtuigd was dat we met het overlijden van mijn vader wel even genoeg te verduren hadden gehad, maakten we afgelopen zomer opnieuw een zeer dramatische tijd mee. Tijdens onze vakantie in Spanje verloor ik namelijk totaal onverwachts onze tweelingdochters Joëlle en Féliz toen ik 21,5 weken zwanger was. Ze bleken met 16 weken het Tweeling Transfusie Syndroom te hebben. Hierbij is de bloedsomloop tussen de tweelingbaby’s niet in evenwicht en geeft de één alles weg en krijgt de ander juist teveel. Een risicovolle operatie was noodzakelijk om het leven van beide baby’s te redden en wonder boven wonder overleefden ze allebei de ingreep.

Helaas overleed Joëlle vier weken daarna alsnog live tijdens de echo in mijn buik, maar volgens onze arts zat Féliz veilig in haar eigen vlies en kon er met haar niks gebeuren. Omdat ze eeneiig waren, kon Joëlle niet alvast geboren worden en moest ze blijven zitten, totdat Féliz klaar was om ter wereld te komen. Er was geen enkele medische reden om niet gewoon op onze geplande vakantie te gaan. Sterker nog: het zou misschien wel goed voor ons zijn om even tot rust te komen. En dus gingen we, compleet in de rouw, alsnog...

Traumatische gebeurtenis

Maar helaas: op 4 juli 2018 ging het helemaal mis en Féliz werd als eerste plotseling geboren in een bloedhete caravan. Ze leefde nog even, maar was net iets te klein om levensvatbaar te zijn. Joëlle werd later in een plaatselijk ziekenhuis geboren. We moesten ze achterlaten en negen dagen later werden ze eindelijk gerepatrieerd.

Mijn wereld stortte compleet in. Een maand na hun overlijden begonnen de klachten. Ik kreeg paniekaanvallen, kon me nergens op concentreren en beleefde continu alles wat er in Spanje gebeurd was. Een psycholoog diagnoseerde een posttraumatische stress-stoornis en we begonnen direct met intensieve EMDR-therapie. Hierbij wordt het natuurlijk verwerkingsmechanisme gestimuleerd met als gevolg dat een nare herinnering of trauma haar emotionele lading verliest en de gebeurtenis een betere plek in je hoofd krijgt.

Vlucht

Hoewel ik niet onder hypnose ging, had ik tijdens de eerste sessie direct het gevoel alsof ik in een trance ging. Terwijl ik op de automatische piloot opnieuw en opnieuw vertelde wat er gebeurd was, zag ik alles als een toeschouwer ook weer heel helder voor me. En dat was zwaar, heel zwaar. Na elke sessie was ik helemaal gesloopt en had ik zoveel gehuild dat ik geen tranen meer over had. Maar toch, langzaamaan merkte ik inderdaad dat ik er steeds iets makkelijker over kon vertellen.

En toen gebeurde het, in een van de laatste sessies. Zoals alle voorgaande keren zag ik mezelf weer in shock in de caravan staan op het moment dat Féliz eruit kwam, maar dit keer begon ik de scène te regisseren. Omdat je tijdens een EMDR-sessie alles moet zeggen wat erin je opkomt, ging mijn therapeut er in mee. Voordat ik het wist, zag ik mezelf Féliz voorzichtig oppakken en snel in veiligheid brengen. De caravan was de plek waar het niet goed afliep, dus ik moest naar buiten, weg van die vreselijke plek. Met Féliz in mijn armen rende ik naar het strand en daar zag ik mijn vriend al met onze zoontjes en Joëlle zitten. Ze zagen er alle vier gelukkig uit en ook ik voelde een warme stroom door mijn lichaam gaan. De meisjes leefden. We hadden ze gered. Hier waren we compleet. Hier waren we gelukkig.

Veilig

Het werd onverwachts een zeer mooie sessie. Maar helaas… Uiteindelijk moest ik wel weer terug naar de realiteit. Terug naar de caravan waar mijn dubbelgangster met een pasgeboren baby in haar broek nog steeds in shock naar beneden stond te kijken. Ik besefte dat ik er niet langer omheen kon, ik moest dit eerst opnieuw doormaken, voordat ik het kon laten gaan. Ik wilde het niet. Ik kon het niet. En toen stond hij daar ook opeens; mijn vader die me geruststellend aankeek en zijn armen naar me uitstrekte.

“Geef ze maar aan mij” zei hij lief. “Ik zal goed voor ze zorgen.”

Ik wist wat hij bedoelde en knikte. Heel voorzichtig gaf ik hem eerst Féliz die inmiddels een gezonde, voldragen baby was geworden. En daarna Joëlle.

Terwijl de tranen over mijn wangen liepen, wist ik dat het goed was zo. Ik kon niks meer voor mijn dochters doen, maar mijn vader wel. Hij zou voor ze zorgen, net zoals hij dat altijd samen met mijn moeder voor mij en mijn zussen had gedaan. En terwijl hij met mijn dochters in zijn armen naar me glimlachte, veranderde de scène zoals in een droom. Plotseling waren Joëlle en Féliz geen baby’s meer, maar twee mooie en schattige peutertjes met witte jurkjes aan en vlechtjes in hun haar. Ze hadden allebei een hand van mijn vader vast en giechelden. Toen zwaaiden ze en ondanks mijn grote verdriet voelde ik me op een rare manier ook heel rustig. Mijn meisjes waren veilig. Mijn vader zorgde voor ze…’